De Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk voerden vrijdagnacht een reeks precisie-bombardementen uit in Syrië, als antwoord op de aanval met chemische wapens in het stadje Douma, dat in handen is van rebellen. Bij de aanval met chemische wapens vielen tientallen slachtoffers. De VS en diens bondgenoten houden de Syrische president Assad hiervoor verantwoordelijk.
De Verenigde Staten zijn bereid opnieuw in actie te komen als de Syrische regering weer chemische wapens gebruikt, suggereerde de Amerikaanse VN-ambassadeur Nikki Haley zaterdag tijdens een zitting van de VN-Veiligheidsraad.
Haley zei dat haar land meent het Syrische chemischewapensprogramma een zware slag te hebben toegebracht. De diplomate zinspeelde erop dat de VS desnoods opnieuw zullen ingrijpen. ,,Als het Syrische regime dit gifgas nogmaals gebruikt, zijn de Verenigde Staten klaar om te gaan.”
De Russische VN-gezant uitte felle kritiek op de aanval op Syrië. Vasili Nebenzja stelde dat de Amerikanen en hun bondgenoten het internationale recht aan hun laars lappen. Zij zouden de Veiligheidsraad negeren en daarmee het gezag van het orgaan ondermijnen. Bovendien is er volgens de diplomaat geen bewijs dat een chemische aanval is uitgevoerd in Douma.
Volgens het Amerikaanse ministerie van Defensite, het Pentagon, zijn er drie doelen geraakt die betrokken waren bij de productie van chemische wapens. Het gaat onder meer om het Barzah-onderzoekscentrum in de buurt van Damascus en het Him Shinshar-complex in de buurt van Homs.
Hieronder enkele beelden van satellietfoto's die laten zien hoe de gebombardeerde plaatsen er voor en na de aanvallen van vrijdagnacht uitzagen.
VOOR: De bunker met chemische wapens bij Him Shinshar op 13 april 2018.
NA: De bunker met chemische wapens bij Him Shinshar op 14 april 2018.
VOOR: De opslagfaciliteit voor chemische wapens bij Him Shinshar op 13 april 2018.
NA: De opslagfaciliteit voor chemische wapens bij Him Shinshar op 14 april 2018.
VOOR: Het Barzah onderzoekscentrum op 13 april 2018.
NA: Het Barzah onderzoekscentrum op 14 april 2018.
